Voorzieningenrechter stelt Bitonic grotendeels in gelijk en roept DNB op eis te herzien
Vanmorgen heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan over de zaak die door Bitonic is aangespannen tegen DNB. In de uitspraak erkent de rechter de bezwaren en twijfels van Bitonic over de registratieprocedure en rechtmatigheid van de walletverificatie-eis gesteld door DNB.
De rechter erkent dat de walletverificatie-eis onderdeel was van het registratieproces. En dat Bitonic daarom in haar volste recht stond om bezwaar te maken tegen deze eis.
Ten tweede erkent de rechter dat er sprake is van spoedeisend belang van Bitonic om het registratievereiste aan te vechten.
Hoewel de rechter de walletverificatie-eis niet per direct opschort, wordt DNB verplicht om binnen zes weken een beslissing te nemen op het bezwaar van Bitonic.
Bovendien draagt de rechter DNB op de proceskosten te vergoeden.
Uit de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam vanochtend:
"Bij de voorzieningenrechter bestaan echter twijfels of DNB, gelet op de (Europese) wet- en regelgeving, het registratievereiste heeft kunnen uitwerken op de wijze waarop zij dat in dit geval heeft gedaan."
"De invulling die DNB aan het registratieregime heeft gegeven in het geval van Bitonic lijkt naar voorlopig oordeel kenmerken te vertonen van een vergunningsregime, nu de invulling van het registratievereiste is onderworpen aan een vrij ver gaande voorafgaande toetsing."
Lees ook: Het nieuwsbericht van de rechtbank